dooigrens
- dooi·grens
- samenstelling van dooi en grens
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dooigrens | dooigrenzen |
verkleinwoord |
- (meteorologie) de (hoogte)lijn in de bergen waar de dooi begint.
- Door het warme weer verplaatste de dooigrens zich omhoog.
- Het woord 'dooigrens' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.