Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dood·ste·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doodsteken
stak dood
doodgestoken
klasse 4 volledig

Werkwoord

doodsteken

  1. overgankelijk iemand eenmaal of meermaals steken dat het de dood als gevolg heeft
Verwante begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be