domaniaal
- do·ma·ni·aal
- uit het Frans [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | domaniaal | domanialer | domaniaalst |
verbogen | domaniale | domanialere | domaniaalste |
partitief | domaniaals | domanialers | - |
domaniaal
- in eigendom van een overheid
- ▸ De tachtig jaar oude spar werd dinsdag in het domaniaal natuurreservaat Plateau des Tailles geveld in aanwezigheid van Waals minister voor Bos en Toerisme René Collin. De boom behoort tot een PEFC-gecertificeerd bos dat zich op 600 meter hoogte bevindt.[2]
- Het woord domaniaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "domaniaal" herkend door:
18 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ domaniaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron edm“Belgische kerstboom siert Brusselse Grote Markt” (18/11/2015), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be