Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·vi·sie·di·rec·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord divisiedirecteur divisiedirecteuren
divisiedirecteurs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de divisiedirecteurm

  1. (beroep) hoogste leidinggevende van een onderdeel van een bedrijf
     In een interview met Het Financieele Dagblad zegt Olaf Sleijpen, divisiedirecteur verzekeraars van DNB: "Ik weet dat je goed moet opletten bij private equity."[1]
     Ook DNB is wat terughoudend met het actief promoten van zulke investeringen. "Wij moeten als toezichthouder natuurlijk niet op de stoel van de financiële bestuurder gaan zitten", zegt divisiedirecteur Olaf Sleijpen. "Een heldere definitie van 'groene' en 'bruine' investeringen zou het voor ons natuurlijk wel makkelijker maken om toezicht te houden en te wijzen op risico's."[2]
     Het toezicht op de banken was de verantwoordelijkheid van Arnold Schilder. Die vertrok in juli 2009 als directielid. Hij werd voorzitter van de IAASB, de internationale associatie die internationale boekhoudregels opstelt. Divisiedirecteur bankentoezicht Kleijwegt vertrok in 2011 naar de Rabobank.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Private investeerders mogen Nederlandse verzekeraars kopen, zegt DNB” (Maandag 1 juli 2019, 08:18), NOS
  2.   Weblink bron
    Eva Wiessing en Susan Sjouwerman
    “Centrale banken praten over 'CO2-stresstest'” (Vrijdag 6 april 2018, 17:00), NOS
  3.   Weblink bron “SNS Reaal en DNB gehoord” (Vrijdag 8 maart 2013, 05:59), NOS