Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·cus·si·eert mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meediscussiëren

discussieert (…) mee

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meediscussiëren
    • Jij discussieert mee. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meediscussiëren
    • Hij discussieert mee. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van meediscussiëren
    • Discussieert mee!