Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·plo·ma·bank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord diplomabank diplomabanken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de diplomabankv / m

  1. register waarin behaalde diploma's zijn opgenomen; databank met gegevens over behaalde diploma's

Gangbaarheid