dierenhandelaar
- die·ren·han·de·laar
- samenstelling van dier en handelaar met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dierenhandelaar | dierenhandelaren dierenhandelaars |
verkleinwoord | dierenhandelaartje | dierenhandelaartjes |
de dierenhandelaar m
- (beroep) iemand die huisdieren in- en verkoopt
- Het woord dierenhandelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.