Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • die·ren·bos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dierenbos dierenbossen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het dierenboso

  1. het sprookjesbos van de serie 'De Fabeltjeskrant'
    • Dieren doen het altijd goed bij kinderen, maar de karakters uit het Grote Dierenbos zoals juffrouw Ooievaar, Bor de Wolf, Zoef de Haas en Ed en Willem Bever werden legendarisch. De rechten van het geesteskind van Leen Valkenier, dat steevast werd afgesloten met een knipoog van Meneer De Uil, werden in veertig landen verkocht. [1] 
    • Het Rommelgebergte in Winterswijk als het grote boze dierenbos, waar gestreden wordt voor een eigen territorium. Wendy Timmerman zegt al vanaf het begin tegengewerkt te zijn door buurman Tonnie Oosterholt en is de strijd beu; ze gooit de handdoek. De Rommelpot sluit na de zomer de deuren. [2] 
    • De afdelingen in Zeeland in Noord-Holland steunen Ouwehand openlijk. Voorlopig ligt in die provincies de PvdD-campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen stil. Op internet zijn handtekeningen ingezameld om Ouwehand alsnog op de lijst te krijgen. Thieme en Ouwehand kwamen in 2006 namens de Partij voor de Dieren in de Kamer. Dibi (GroenLinks) typeerde de ontstane situatie: „Ik weet dat het onrustig is in het dierenbos, maar gelukkig lijdt het werk er niet onder." [3] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen