dierenbeul
- Geluid: dierenbeul (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdirə(n)ˌbøl / (3 lettergrepen)
- die·ren·beul
- samenstelling van dier en beul met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dierenbeul | dierenbeulen |
verkleinwoord | - | - |
de dierenbeul m
- iemand die dieren met opzet kwelt
- Het woord dierenbeul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dierenbeul" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be