diaspore
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dia·spo·re
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van spore met het voorvoegsel dia- [1]
- afgeleid van het Griekse 'speírein' (zaaien, uitstrooien)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diaspore | diasporen diaspores |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (biologie) deel van een plant dat zich passief verplaatst (bijv. op de wind) en daardoor vermenigvuldiging mogelijk maakt
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord 'diaspore' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.