• di·a·mant·roof
enkelvoud meervoud
naamwoord diamantroof diamantroven
verkleinwoord

de diamantroofm

  1. de keer dat diamanten worden gestolen
     In Vilvoorde bij Brussel zijn twee auto's gevonden die vermoedelijk zijn gebruikt bij de grote diamantroof, afgelopen maandag. Toen werden diamanten met een waarde van 37 miljoen euro gestolen uit het laadruim van een vliegtuig op de luchthaven Zaventem.[1]


  1.   Weblink bron “Vluchtauto's diamantroof gevonden” (Vrijdag 22 februari 2013, 11:28), NOS