deugdzaamheid
- deugd·zaam·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deugdzaamheid | deugdzaamheden |
verkleinwoord |
de deugdzaamheid v
- het vol met moreel goede eigenschappen zijn
- De deugdzaamheid van de brave boer was een zegen voor zijn vrouw en huisgezin.
- Het woord deugdzaamheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.