denunciateur
- de·nun·cia·teur
- Naamwoord van handeling van denunciëren met het achtervoegsel -ateur [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | denunciateur | denunciateurs |
verkleinwoord | denunciateurtje | denunciateurtjes |
de denunciateur m
- iemand die denuncieert, een aanbrenger, informant, verklikker
- Het woord 'denunciateur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.