Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • den·nen·lucht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dennenlucht dennenluchten
verkleinwoord dennenluchtje dennenluchtjes

Zelfstandig naamwoord

de dennenluchtv / m

  1. de geur van dennen
    • De luchtverfrisser had een prettige dennenlucht. 

Gangbaarheid