denkwerk
- denk·werk
- samenstelling van denk ww en werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | denkwerk | denkwerken |
verkleinwoord | - | - |
het denkwerk o
- tijd en moeite besteed aan bijvoorbeeld het oplossen van problemen of het voorbereiden van een plan
- Dat vereiste veel denkwerk.
- ▸ 'Het is werkelijk een perfect idee om een paar weken bij ons te komen wonen!' Hierna gaf hij zijn vrouw een vette knipoog. 'Sterk denkwerk, Tal.' Chantal glimlachte breeduit.[1]
- Het woord denkwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "denkwerk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be