denkoefening
- denk·oe·fe·ning
- samenstelling van denk zn en oefening zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | denkoefening | denkoefeningen |
verkleinwoord | denkoefeningetje denkoefeninkje |
denkoefeningetjes denkoefeninkjes |
de denkoefening v
- een gedachtenexperiment waarbij men zich over een bepaalde kwestie een voorstelling probeert te vormen
- ▸ De boerenorganisaties maken zich boos over de manier waarop het nieuws uit het rapport naar buiten is gekomen en over het effect op de kalverhouders die gebukt gaan onder de coronacrisis. Zo heeft de sluiting van de horeca in Europa ervoor gezorgd dat de markt voor kalfsvlees is ingestort. "Dat kalverhouders nu op basis van deze denkoefening in de media verregaande ideeën en onjuiste conclusies over hun toekomst lezen is buiten alle realiteitszin en roept onnodige tegenstelingen op", aldus de verklaring.[1]
- ▸ Een denkoefening. Hoe zou de wereld eruit hebben gezien als Merkel niet de afgelopen twaalf jaar het machtigste land in Europa bestierde? Correspondent Jeroen Wollaars vertelt.[2]
- Het woord denkoefening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Rob Koster“Boerenorganisaties: rapport kalverhouderij buiten alle realiteitszin” (Maandag 15 maart 2021, 17:57), NOS
- ↑ Weblink bron “Merkelcollege: Wat zonder Merkel?” (Zondag 17 september 2017, 07:08), NOS