demolish

Engels

Uitspraak

• Geluid:  demolish (VS)    (hulp, bestand)
• IPA:

Woordherkomst en -opbouw

• Van Frans *demoliss-; in het Engels bekend sinds ca. 1560.

vervoeging
onbepaalde wijs	to  demolish
he/she/it	demolishes
verleden tijd	demolished
voltooid deelwoord	demolished
onvoltooid deelwoord	demolishing
gebiedende wijs	demolish

Werkwoord

demolish

1. overgankelijk afbreken, slopen
2. overgankelijk vernietigen, verwoesten

Verwante begrippen

• demolition