dekram
- dek·ram
- samenstelling van dekken ww en ram zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dekram | dekrammen |
verkleinwoord |
de dekram m
- mannelijk schaap dat gebruikt wordt voor het dekken van ooien
- ▸ In Uddel zijn vanmorgen weer twee dode schapen gevonden, een dekram en een ooi. Taxateur Karel Verplak is gebeld om voor Bij12 te kijken of de schapenhouder recht heeft op een vergoeding. "Er is flink huisgehouden. Er is een poot afgetrokken, ingewanden eruit. Aan de ribbenkast is gevreten. Dat is duidelijk het werk van een wolf."[1]
- Het woord 'dekram' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Onrust onder dierenhouders Elspeet om dode schapen, 'dit is niet houdbaar'” (Zaterdag 16 september 2023, 14:14), NOS