defloreren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  defloreren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• de·flo·re·ren

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Franse déflorer (met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -eren)

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
defloreren	defloreerde	gedefloreerd
zwak -d	volledig

Werkwoord

defloreren

1. overgankelijk ontmaagden

Verwante begrippen

• defloratie

Vertalingen

    1.   

Frans: déflorer (fr)

Spaans: desflorar (es)

Gangbaarheid

• Het woord defloreren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.