defileren
- de·fi·le·ren
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘in smalle formatie voorbijtrekken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1681 [1]
- uit het Frans (file)
defileren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
defileren |
defileerde |
gedefileerd |
zwak -d | volledig |
- in een smalle formatie voorbij trekken aan iets of iemand zodat iedereen kan groeten en gegroet kan worden
- Na de officiële kranslegging houdt leerling Iris Taal van het Vrijzinnig Christelijk Lyceum in Den Haag een voordracht. De aanwezigen kunnen tot slot langs het monument defileren. [2]
- Nicolae en Alina, met wie hij afgelopen zomer in alle stilte voor de wet was getrouwd, woonden de uitvaart wel bij, en werden enthousiast begroet door de Roemenen die als laatste eerbetoon langs de baar defileerden. [3]
- Het woord defileren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "defileren" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "defileren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Reformatorisch Dagblad 15-08-2016 Nederland herdenkt oorlog in Indië
- ↑ De Telegraaf 01 mrt. 2018 Ex-prins Nicolae hoopt dat moeder en tantes naar huwelijk komen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be