Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deel·staat·pre·mier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord deelstaatpremier deelstaatpremiers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de deelstaatpremierm

  1. voorzitter van de ministerraad van een autonoom deel van een land
     Een Australische journalist die verslag deed, werd bekogeld door demonstranten en met urine overgoten. Bij een vaccinatiecentrum werden zorgmedewerkers uitgescholden en bespuugd. Deelstaatpremier Dan Andrews heeft het geweld fel veroordeeld. "Deze mensen zijn niet gekomen om te demonstreren, ze komen om te vechten", zei hij over de rellen.[1]
     Ook Baerbocks campagne verloopt moeizaam. Ze wordt achtervolgd door schandaaltjes en lijkt er vooralsnog niet in te slagen om grote groepen nieuwe kiezers aan te spreken. En waar na de watersnood Laschet (als deelstaatpremier) en Scholz (als minister van Financiën) veel in beeld waren, was Baerbock minder zichtbaar.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Meike Wijers
    “Opnieuw protest tegen vaccinatieplicht bouwvakkers Melbourne, 92 mensen opgepakt” (Donderdag 23 september 2021, 15:54), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Eerste tv-debat op spannend moment in Duitse campagne” (Zondag 29 augustus 2021, 13:15), NOS