deelprobleem
- deel·pro·bleem
- samenstelling van deel en probleem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deelprobleem | deelproblemen |
verkleinwoord | deelprobleempje | deelprobleempjes |
het deelprobleem o
- een stuk van een groter vraagstuk
- Na langdure analyse had men het mobiliteitsvraagstuk verdeeld in 5 deelproblemen.
- De energievoorziening is een van de deelproblemen van de klimaatverandering.
- Het woord deelprobleem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.