decoratiemateriaal

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·co·ra·tie·ma·te·ri·aal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord decoratiemateriaal decoratiematerialen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het decoratiemateriaalo

  1. producten waarmee men een ruimte kan versieren
     Koopjesjagers zijn vandaag massaal afgekomen op een tuincentrum in Duiven. Dat biedt op Tweede Kerstdag altijd decoratiemateriaal aan tegen hoge korting, als de klanten meehelpen de kerstafdeling op te ruimen.[1]
     De echtelieden verzekerden elkaar dat ze dat toch echt niet hadden besteld. Terwijl de vrouw de pillen in eerste instantie voor decoratiemateriaal hield, had de man al snel door dat het hier om drugs ging.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Koopjesjagers breken kerstafdeling tuincentrum af voor korting” (Maandag 26 december 2022, 21:00), NOS
  2.   Weblink bron “Stel uit Oostenrijk krijgt per ongeluk 24.800 xtc-pillen 'aus Holland'” (Maandag 23 september 2019, 16:36), NOS