debitrice
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·bi·tri·ce
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van debiteren met het achtervoegsel -rice
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | debitrice | debitrices |
verkleinwoord | debitricetje | debitricetjes |
Zelfstandig naamwoord
de debitrice v
- vrouwelijke vorm van debiteur
Gangbaarheid
- Het woord debitrice staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.