dansten af
- Geluid: dansten af (hulp, bestand)
- dans·ten af
vervoeging van |
---|
afdansen |
dansten (...) af
- meervoud verleden tijd van afdansen
- Wij dansten af.
- Jullie dansten af.
- Zij dansten af.
- Wij dansten af.
- Het woord dansten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.