Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dans·schoen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dansschoen dansschoenen
verkleinwoord dansschoentje dansschoentjes

Zelfstandig naamwoord

de dansschoenm

  1. (kleding) (dans) nette schoen met een gladde zool waarmee men kan dansen
     Spitzen, ontworpen in de negentiende eeuw, waren lang bijna alleen verkrijgbaar in het roze. Maar een Amerikaanse fabrikant ontwierp een jaar geleden donkere spitzen. Freed of Londen, een grote fabrikant van dansschoenen in Groot-Brittannië, is ook om en ontwierp zowel bruine als bronzen spitzen.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid




Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Geen foundation meer nodig: donkere spitzen voor balletdansers” (Maandag 5 november 2018, 16:44), NOS