dans af
- dans af
vervoeging van |
---|
afdansen |
dans (...) af
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdansen
- Ik dans af.
- gebiedende wijs van afdansen
- Dans af!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdansen
- Dans je af?
- Het woord dans af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.