dankte af
- dank·te af
vervoeging van |
---|
afdanken |
dankte af
- enkelvoud verleden tijd van afdanken
- Ik dankte af.
- Jij dankte af.
- Hij, zij, het dankte af.
- Ik dankte af.
- Het woord dankte af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.