Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dak·lo·zen·op·vang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord daklozenopvang daklozenopvangen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het daklozenopvango

  1. een opvangplek waar daklozen eten kunnen krijgen en/of kunnen overnachten
    • Het daklozenopvang werd door de gemeente opgezet. 
Synoniemen