Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dak·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dakloosheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dakloosheidv

  1. het dakloos zijn
    • De stijging van de dakloosheid in Nederland leek in 2013 voorbij te zijn. 

Meer informatie

Gangbaarheid