dagorde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dag·or·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dag zn en orde zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dagorde | dagorden dagordes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- de agenda van een vergadering of bijeenkomst
- Indien geen daar reactie op komt, wordt het onderwerp op de dagorde geplaatst van de algemene vergadering bij Volkswagen op 28 november.'[2]
- Belangrijkste punt op de dagorde is altijd de vraag op welke dag het kerstavondfeest wordt gehouden. In de regel raken de verklede gezellen het snel eens over de 24e december. Ook andere thema’s zoals de parkingplaatsen voor rendieren op woningdaken worden besproken tijdens het congres, dat in 1957 voor het eerst werd georganiseerd door het attractiepark Bakken.[3]
Gangbaarheid
- Het woord dagorde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dagorde" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 30/09/2015 om 21:40 door sdv Vlaamse beleggers nemen gerechtelijke stappen tegen Volkswagen
- ↑ de Standaard 20/07/2015 om 16:27 door rdc Kerstmannen palmen Kopenhagen in
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be