Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dag·ly·cea
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de daglyceamv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord daglyceum
     De beide daglycea zijn zo gekozen, dat één representatief voor het lagere sociale niveau is en de ander voor het hogere.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    D. Koopman e.a.
    “Jongeren in Turkije : Een schets op basis van Turkse onderzoekspublikaties” (december 1985), Vakgroep Arabisch, Nieuw Perzisch, Turks en Zuid-Semitisch Rijksuniversiteit Leiden / Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg, Leiden, ISBN 9067430765, p. 122