dachten door
- dach·ten door
vervoeging van |
---|
doordenken |
dachten door
- meervoud verleden tijd van doordenken
- Wij dachten door.
- Jullie dachten door.
- Zij dachten door.
- Wij dachten door.
- Het woord dachten door staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.