doordachten
- Geluid: doordachten (hulp, bestand)
- door·dach·ten
vervoeging van |
---|
doordenken |
doordachten
- meervoud verleden tijd van doordenken
- Wij doordachten.
- Jullie doordachten.
- Zij doordachten.
- Wij doordachten.
vervoeging van |
---|
doordenken |
doordachten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doordenken
- ...dat wij doordachten.
- ...dat jullie doordachten.
- ...dat zij doordachten.
- ...dat wij doordachten.
- Het woord doordachten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.