daarzo
- daar·zo
- samenstelling van daar bw en zo bw
daarzo
- (spreektaal) op die plek, versterking van daar
- Dat is een kaaiman daarzo! [1]
- (spreektaal) zojuist, daarnet
- Zó dat alle glans daarzo, net als toen gisteren, opnieuw bij hem verbleekte! [2]
- Het woord daarzo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Cairo, E.Kollektieve schuld, of wel Famir'man-sani. 3e druk (1976) Het Wereldvenster, Baarn / NOVIB, Den Haag / NCOS, Brussel; ISBN 9029395389; p.132; geraadpleegd 2016-10-01
- ↑ Cairo, E.Djari/Erven. (1978) In de Knipscheer, Haarlem; ISBN 9062650112; p. 288; geraadpleegd 2016-10-01