Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cul·tuur·mi·nis·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cultuurminister cultuurministers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de cultuurministerm

  1. (beroep) (politiek) een minister in een kabinet die zich bezig houdt met kunst en cultuur
    • De cultuurminister nam maatregelen om het inkomen van mensen in de cultuursector te garanderen. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen