Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cri·sis·over·leg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord crisisoverleg crisisoverleggen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het crisisoverlego

  1. beraadslaging tussen personen die betrokken zijn bij een plotselinge, onverwachte, ernstige bedreiging
     Vanmorgen kwamen een groot aantal ministers en premier Rutte voor een crisisoverleg over corona bijeen. Het kabinet vindt het nog niet nodig om aanvullende maatregelen te nemen vanwege het coronavirus. Maar de ministers zijn wel bezig met de voorbereiding van een "volgende fase", zei premier Rutte na afloop van een crisisoverleg.[1]
     Detailhandel Nederland wil hier op korte termijn over in gesprek met de veiligheidsregio's, waarin de burgemeesters zijn vertegenwoordigd. Die zouden dan weer moeten aanschuiven bij het crisisoverleg van het kabinet om over een landelijke aanpak te praten.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Tijn Sadée
    “RIVM vraagt in Kamer om aanpassing reisadvies Noord-Italië” (03-03-2020), NOS
  2.   Weblink bron
    Tijn Sadée
    “'Blauwdruk voor Nederlandse winkelstraten bestaat niet'” (04-05-2020), NOS