crisismaatregel
- cri·sis·maat·re·gel
- samenstelling van crisis en maatregel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | crisismaatregel | crisismaatregelen |
verkleinwoord | crisismaatregeltje | crisismaatregeltjes |
de crisismaatregel m
- een drastische handeling die gerechtvaardigd wordt door de ernst van het probleem dat deze handeling probeert op te lossen
- Het opkopen van de ABN-AMRO bank door de staat was een crisismaatregel nodig om de spaargelden van veel particulieren veilig te stellen.
- Het woord 'crisismaatregel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.