crisiskabinet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cri·sis·ka·bi·net
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van crisis en kabinet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | crisiskabinet | crisiskabinetten |
verkleinwoord | crisiskabinetje | crisiskabinetjes |
Zelfstandig naamwoord
het crisiskabinet o
- (politiek) (regering) kabinet belast met de regering van een land waar een economische of politieke crisis heerst
Gangbaarheid
- Het woord crisiskabinet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.