• cre·di·te·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord creditering crediteringen
verkleinwoord

de crediteringv

  1. iemand een bepaalde hoeveelheid geld doen toekomen
     Waar aan de onderhandelingstafel alvast een "consensus" over bestaat, is het niet-splitsen van de vennootschapsbelasting, zegt dezelfde bron. Voor de Franstaligen is dat hoe dan ook onbespreekbaar, terwijl de Vlaamse partijen hebben ingestemd met een systeem van ’creditering’.[1]
  2. de keer dat men iets boekt aan de creditzijde
  3. de keer dat men erkent dat iemand een bijdrage aan iets heeft geleverd
  1.   Weblink bron “Partijkopstukken vergaderen morgen verder” (16/08/2010), De Standaard