credibiliteit
- cre·di·bi·li·teit
- afleiding van krediet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | credibiliteit | |
verkleinwoord |
de credibiliteit v
- de mate waarin iemand het verdient om geloofd te worden
- ▸ "Ferdinand Meeus heeft geen enkele credibiliteit als wetenschapper en al helemaal niet als klimaatwetenschapper. Hij heeft in zijn hele carrière maar vier wetenschappelijke artikelen gepubliceerd, de laatste in 1983 (!) en geen enkel artikel had ook maar iets met klimaat te maken:[1]
- Het woord credibiliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Overzicht achtergrondgesprekken klimaatmisleiding” (Vrijdag 4 november 2022, 18:45), NOS