counselor

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  counselor    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• coun·se·lor

Woordherkomst en -opbouw

• van het Engels

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	counselor	counselors
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de counselor m

1. (beroep) raadgever, raadsman, adviseur

Gangbaarheid

• Het woord counselor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "counselor" herkend door:

80 %	van de Nederlanders;
59 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.