cotinga
- (IPA in voorbereiding)
- co·tin·ga
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cotinga | cotinga's |
verkleinwoord | cotingaatje | cotingaatjes |
cotinga
- (zangvogels) Cotinga een geslacht van tropische vogels van de Nieuwe Wereld uit de familie van de cotinga's (Cotingidae ). De wetenschappelijke naam van het geslacht is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1760 door Mathurin Jacques Brisson
- azuurcotinga, gevlekte cotinga, halsbandcotinga, pruimkeelcotinga, purperborstcotinga, Ridgways cotinga, zwartbuikcotinga
- andesklauwiercotinga, apolocotinga, Braziliaanse klauwiercotinga, fluweelcotinga, gebandeerde cotinga, geelkeelcotinga, geelsnavelcotinga, goudbuikcotinga, grijsvleugelcotinga, groengeschubde cotinga, groenzwarte cotinga, kastanjebuikcotinga, maskercotinga, oranjebuikcotinga, pompadourcotinga, prachtcotinga, purperkeelcotinga, rode cotinga, roodbandcotinga, roodkeeldwergcotinga, roodkopcotinga, roodkuifcotinga, Sclaters cotinga, sneeuwcotinga, vuurkeelcotinga, witkeeldwergcotinga, witstaartcotinga, witte cotinga, witvleugelcotinga, witwangcotinga, zwaluwstaartcotinga, zwart-gouden cotinga, zwartborstcotinga, zwartkapdwergcotinga, zwartkopcotinga, zwartmaskercotinga
- Indien cotinga wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep cotinga's zie dan Hyponiemen cotinga's
- Het woord 'cotinga' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.