• cos·me·tiek
enkelvoud meervoud
naamwoord cosmetiek
verkleinwoord

de cosmetiekv

  1. (cosmetica) kunst om de schoonheid van het lichaam te verbeteren of te behouden
     In de ziekenhuislocatie Oldenzaal van het Medisch Spectrum Twente komt een volledig op cosmetiek gerichte dermatologiekliniek.[2]
     De nadruk op cosmetiek is volgens Schermer een goed voorbeeld van de maakbaarheid van de mens door medische technologie.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Botoxkliniek Oldenzaal onder vlag van MST” (15-01-2008), Tubantia
  3.   Weblink bron “Nederland Botoxland” (05/10/2011), HP de Tijd