Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cor·ti·caal
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen corticaal
verbogen corticale

Bijvoeglijk naamwoord

corticaal

  1. (medisch) met betrekking tot de (hersen)schors
Vertalingen

Gangbaarheid

53 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen