• co·pro·la·lie
  • afgeleid van het Griekse 'copro' (poep) met het achtervoegsel -lalie
enkelvoud meervoud
naamwoord coprolalie -
verkleinwoord - -

de coprolaliev

  1. (psychologie) het dwangmatig gebruiken van vulgaire taal (vloeken, obscene, seksistische of racistische taal)