• co·pa
enkelvoud meervoud
copa copas

copa v

  1. glas met voet, wijnglas
    «una copa de vino tinto»
    een glas rode wijn
  2. borrel, drankje
  3. (sport) trofee, beker
    «la copa del mundo»
    de wereldbeker
vervoeging van
copar

copa

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van copar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van copar


  • co·pa

copa

  1. datief enkelvoud van cop