contamineren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·ta·mi·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse contaminer (met het voorvoegsel con- en met het achtervoegsel -eren) [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
contamineren |
contamineerde |
gecontamineerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
contamineren overgankelijk [2]
- verontreinigen, vervuilen
- door elkaar halen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord contamineren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "contamineren" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ contamineren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be