confirmatief
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·fir·ma·tief
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van confirmatie met het achtervoegsel -ief
- afgeleid van het Franse confirmatif of daarvoor van het Latijnse 'confirmativus' (met het voorvoegsel con-)
stellend | |
---|---|
onverbogen | confirmatief |
verbogen | confirmatieve |
Bijvoeglijk naamwoord
confirmatief
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'confirmatief' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.