conferentieganger
- con·fe·ren·tie·gan·ger
- Samenstellende afleiding van conferentie en gang met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | conferentieganger | conferentiegangers |
verkleinwoord | - | - |
de conferentieganger m
- bezoeker van een conferentie
- Het woord conferentieganger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.